Het is stil in het kleine huisje van schoenmaker Panov. Af en toe kijkt hij uit het raam. Hij zucht maar eens. Het begint alweer donker de worden. Hij ziet allemaal mensen voorbij lopen, op weg naar huis. De meesten zwaaien naar hem. In het dorp noemt iedereen hem: Papa Panov. Voor iedereen heeft hij een vriendelijk woord. Papa Panov is niet rijk. Het enige wat hij heeft, is het kleine huisje met één kamer, waarvan het raam uitkijkt op de Dorpsstraat. In die ene kamer woont hij, slaapt hij en maakt hij schoenen. Toch is hij ook niet erg arm. Hij heeft alle gereedschappen die een schoenmaker nodig heeft, een prachtige gietijzeren kachel om zijn eten op te koken en een fijne rieten stoel om in te zitten en een beetje te dommelen. In de hoek staat een bed met een heerlijke warme lappendeken en een olielampje, dat een gezellig licht verspreidt als het donker wordt.